Cathérine heeft een achtergrond als ontwerper en balanceert altijd tussen het toegepaste en het autonome – dit bleek al tijdens haar laatste jaar aan de Academie Art in Maastricht. Na haar afstuderen aan de Hogeschool van Amsterdam met een graad in Architectuur en later aan ArtEZ met een Master of Arts graad, begon ze nieuwe wegen in te slaan met textiel, wat resulteerde in twee- en driedimensionaal werk. Voor Cathérine is textiel altijd iets driedimensionaals geweest, ruimtelijk. Tijdens haar studie Architectuur merkte ze dat mensen textiel als tweedimensionaal beschouwden terwijl zij de overeenkomsten zag tussen textiel en architectuur. Dit legde de basis voor de creatie van het concept “constructief textiel” tijdens haar masterstudie aan ArtEZ, gevolgd door voortdurend onderzoek, resulterend in verschillende kunstwerken.
Het kenmerk van Cathérines werk is dat de objecten zelf, maar ook de gebruikte materialen, verhalen vertellen die sociale constructies of milieukwesties blootleggen. Deze verhalen zijn niet bedoeld om te oordelen over wat goed of fout is, maar zijn bedoeld om het publiek bewuster te maken en verschillende perspectieven te belichten. Haar werk wordt gekenmerkt door tegenstrijdigheid. Dit wordt uitgedrukt door kleuren en materialen: complementaire kleuren naast elkaar, materialen van verschillende bronnen – allemaal in één werk.
In deze stof, gemaakt door Cathérine Schoenmakers, speelt de infrastructuur van Amsterdam een belangrijke rol. De draden van de ketting vormen een complex netwerk dat doet denken aan de metrolijnen, busroutes, wegen en voetpaden in grote steden als Amsterdam. Deze infrastructuur is de ontmoetingsplaats voor de verschillende inwoners van de stad en het weefsel symboliseert de manier waarop mensen zich door deze wirwar van verbindingen bewegen.
Het weefsel ontstaat in de verschillende frames, die vanuit verschillende richtingen naar het staande deel toewerken. Amsterdam, dat al eeuwenlang bewoond wordt door een grote diversiteit aan bewoners; mensen die hier al sinds hun geboorte wonen, maar ook een grote diversiteit aan mensen die gedreven worden door de dynamiek van de stad, uit nieuwsgierigheid, voor rijkdom, werkgerelateerd, liefde voor een ander of voor de stad, of de hoop veilig te zijn in Amsterdam.
Elke draad in het weefsel vertegenwoordigt een route, een verbinding tussen verschillende punten, net zoals de infrastructuur van een stad de levens van haar bewoners verbindt. De overlappingen en kruispunten in het weefsel zijn de ontmoetingen en interacties tussen mensen die, ondanks hun verschillende achtergronden en doelen, gezamenlijk bijdragen aan de dynamiek van de stad.
Het driedimensionale karakter van het uiteindelijke weefsel wordt gecreëerd door in de weeffase met verschillende lengtes te werken. De resulterende bobbels creëren een stabiel en veerkrachtig object, dat de veerkracht van stedelijke samenlevingen weerspiegelt. Ondanks de diversiteit en complexe structuren werkt alles samen om een harmonieuze, zelfvoorzienende stad te vormen.
Het weefsel is niet alleen een kunstwerk, maar ook een krachtige metafoor voor de stad als levend, dynamisch organisme waarin beweging en menselijke interactie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.