Het is 2025 en de KunstRAI viert dit jaar haar 40e verjaardag! Dit is niet alleen een moment om terug te blikken op de geschiedenis van deze iconische beurs, maar ook om stil te staan bij vier decennia aan hedendaagse kunst in Nederland! In dit artikel nemen we je mee op reis door de jaren heen, beginnende met de periode 1985-1995.
1985-1995
De jaren ‘80 en begin jaren ‘90 waren een tijd van grote maatschappelijke verandering, en dit was niet anders in de kunstwereld. In deze periode werd een groot aantal kunstenaarsinitatieven opgericht, vaak door jonge kunstenaars die geen toegang hadden of wilden tot de Nederlandse kunstmarkt. Deze kunstenaars verzetten zich tegen de selectiemethodes van musea en galerieën, die op hun beurt niet wisten of durfden in te spelen op de constante veranderingen binnen de hedendaagse kunst in die tijd. Daarnaast wilden deze kunstenaars vaak, uit emanciperend of politiek oogpunt, ook niks te maken hebben met deze kunstmarkt. Dit leidde tot een golf van creativiteit die zich niet liet beperken door de traditionele kaders van de kunstwereld. De kraakbeweging speelde hierin een grote rol. Oude fabrieken, leegstaande gebouwen en gekraakte panden werden omgevormd tot culturele broedplaatsen. Het werden plekken waar kunstenaars niet alleen konden werken en exposeren, maar waar ze ook daadwerkelijk woonden. Galerie Aorta, gevestigd in het gekraakte Algemeen Handelsblad gebouw, is hiervan een goed voorbeeld. Oprichter Peter Giele woonde met zijn toenmalige vrouw, in een zelfgemaakt zomerhuisje van hout en glas. Bart van de Ven nodigde zijn bevriende kunstenaars gewoon uit om te exposeren in zijn woonkamer (in The Living Room) en Ad de Jong kraakte een voormalig theater aan de Warmoesstraat, waar hij het nu nog steeds bestaande W139 oprichtte. Op deze manier kreeg het publiek niet alleen het eindproduct te zien, maar kregen ze ook een kijkje achter de schermen en het ontstaansproces, wat de kloof tussen de kunstenaar en het publiek verkleinde. Belangrijke kunstenaars van die tijd waren Sandra Derks en Rob Scholte. Twee jonge kunstenaars die besloten samen te gaan wonen en zodoende gezamenlijk schilderijen gingen creëren, waarbij beelden met elkaar in interactie traden. Ze selecteerden 64 kleurplaten die ze op hun eigen wijze inkleurden, waarbij er niet alleen binnen- en buiten de lijntjes werd gekleurd, maar de betekenis van de lijnen ook veranderden. Wat begon als een ‘kinderlijke’ bezigheid evolueerde tot een indrukwekkend kunstwerk van 44 vierkante meter, ‘ROM87’.
Peer Veneman, PH II, 2018 mixed media 65x60x28 cm // PH III, 2018 mixed media 62x40x24cm
The Living Room, KunstRAI 2019
1995-2005
In Amsterdam droeg de kraakbeweging niet alleen bij aan het oprichten van kunstenaarsinitiatieven, maar was ook nauw betrokken bij de piratenradio en –televisie. Hieruit kwam een hackersscene voort, die volop experimenteerde met het internet, wat resulteerde in het ontstaan van de digitale kunst. Helaas vond deze kunst veelal buiten het museale circuit plaats, waardoor veel van dit werk niet of slecht bewaard is gebleven. Nederland speelt een cruciale rol in de opkomst van de digitale cultuur, want Nederland was, na de VS, het eerste land dat toegang had tot het internet. Al vroeg ontstond hier een digitale infrastructuur, waar volop geëxperimenteerd werd met deze nieuwe vorm van internetkunst. Eén van de meest opvallende Nederlandse kunstenaars van deze tijd was Debra Solomon., Via haar kunstwerken kreeg Nederland een grote internationale reputatie in de digitale kunst. Met haar werk ’the_living‘ (1997-1998)toonde Solomon al wat de mogelijkheden waren van online communiceren. Bezoekers konden in een chatbox performances bekijken en communiceren met haar digitale persona, waardoor het leek alsof ze zich daadwerkelijk in de chatbox bevond.
Daarnaast waren er kunstenaars die zich richtten op de consumptiemaatschappij. Ook zij maakten zich los van de traditionele kunsttradities en verheven esthetiek. In plaats van de consumptiemaatschappij af te wijzen, begrepen zij de mechanismen ervan en wisten deze te gebruiken in hun werk. Elke kunstenaar vertegenwoordigt zijn of haar eigen bedrijf en benutten hun creativiteit om de markt te blijven boeien.
2005-2015
De periode van 2005-2015 werd gekarakteriseerd door een paradox: een tijd van crisis en tegelijkertijd van bloei. De wereldwijde economische crisis, die in 2008 begon, had diepgaande gevolgen voor de kunstwereld. Zware bezuinigingen op overheidsuitgaven, in combinatie met de economische crisis, zorgden voor een afname van de zichtbaarheid van Nederlandse kunstenaars. De kunstwereld werd ook geconfronteerd met de kwetsbaarheid van de Nederlandse kunstinfrastructuur, die voornamelijk bestond uit kleine galerieën en kunstenaarsinitiatieven. Deze instellingen waren vaak onvoldoende gefinancierd en georganiseerd om de gevolgen van de crisis op te vangen. Ondanks alles stonden er toch nog een aantal Nederlandse kunstenaars in de top 1000 meest geëxposeerde kunstenaars ter wereld, waaronder Marlene Dumas, Rineke Dijkstra, Erik van Lieshout en Erwin Olaf. Marlene Dumas is tot op de dag van vandaag een van de belangrijkste en invloedrijkste schilders van het moment. Dumas maakt schilderijen en tekeningen die een enorme emotionele lading hebben, de onderwerpen zijn controversieel en tegelijkertijd reflecteert ze op de actuele schilderkunst en het kunstenaarschap. Refereren aan kunsthistorische motieven en actuele politieke thema’s. En Erik van Lieshout maakt tekeningen, installaties, collage’s, foto’s video’s en installaties waar hij al deze kunstvormen combineert. Met zijn kunst richt hij zich vooral op hedendaagse sociaal-politieke vraagstukken. Dit doet hij vanuit persoonlijk perspectief, door zichzelf in deze omgeving te plaatsen.
Rineke Dijkstra, gesigneerd en gedateerd 19992000 verso ingelijste C-print foto, 180 x 150 cm
Rueb Modern and Contemporary Art, KunstRAI 2017
2015-2025
De periode 2015-2025 laat een ingrijpende verandering zien in de kunstwereld, waarin kunst zich meer en meer gaat verbinden met maatschappelijke vraagstukken zoals racisme, klimaatverandering en politieke strijd. Kunst wordt niet langer gezien als puur esthetisch, maar ook als een krachtig middel voor bewustwording en verandering. De opkomst van sociale media maakte de wereld kleiner, wat leidde tot de ontdekking van een rijkdom aan kunst buiten de westerse traditie. Niet-witte kunstenaars en leden van de LGBTQI+ gemeenschap vonden hun stem, waarbij ze kritiek gaven op de structurele uitsluiting van hun cultuur en geschiedenis in de dominante witte kunstgeschiedenis. Deze verschuiving leidde tot een golf van vernieuwende kunst, met een groeiende focus op de zichtbaarheid van kunstenaars van kleur en uit de queergemeenschap, maar ook voor vrouwelijke kunstenaars. De kunst van vrouwelijke kunstenaars bleef namelijk ook in musea en galerieën ondervertegenwoordigd. Maar musea zijn begonnen met het aanpassen van hun aankoopbeleid om meer ruimte te geven aan diverse perspectieven.
Een belangrijke kunstenaar van dit moment is Raquel van Haver, een kunstenaar uit Bogotá die nu in Amsterdam woont en werkt. Van Haver maakt indrukwekkende schilderijen die de verbindingen tussen verschillende groepen mensen, zowel lokaal als internationaal, laat zien. Wat haar werk bijzonder maakt is het gebruik van diverse materialen, zoals olieverf, houtskool, hars, teer en zelfs haar en as. Het werk ‘Untitled’ bij het Amsterdam Museum toont een groepsportret van activisten, kunstenaars, studenten, historici en filosofen die strijden tegen institutioneel racisme. Dit monumentale schilderij brengt verschillende delen van de zwarte gemeenschap samen, van hiphop tot LGBTQI+, en is een van de verhalen van pro-black-activisten, waarvan er nog meer gaan komen.
Foto links: Almichael Fraay, KunstRAI 2021